Toelichting op invullen vraag over competenties

 

De KNMG heeft met het Ministerie van Volksgezondheid afgesproken dat inzichtelijk wordt gemaakt op welke competenties artsen zich nascholen. Aan het Ministerie wordt informatie verstrekt over specialismen; niet over individuele artsen. Deze afspraak is geaccordeerd door het Accreditatie Overleg van wetenschappelijke verenigingen. Voor de nascholing van artsen gelden dezelfde 7 competenties als voor de opleiding van artsen:

 

1. Medisch handelen

2. Communicatie

3. Samenwerking

4. Organisatie en financiering

5. Maatschappelijk handelen en preventie

6. Kennis en wetenschap

7. Professionaliteit en kwaliteit

 

Aan aanbieders van nascholing wordt gevraagd om per nascholing minimaal 1 en maximaal 3 competenties aan te vinken, waarop wordt nageschoold. Als meer dan 1 competentie wordt aangevinkt wordt gevraagd om globaal de verhouding in percentages weer te geven van de mate waarin de aangevinkte competenties in de nascholing aan bod komen. Het totaal moet uitkomen op 100%. Het elektronische aanvraagformulier voor accreditatie spreekt op dit punt voor zichzelf. In de congresagenda wordt automatisch zichtbaar gemaakt welke competenties volgens de aanbieder in de nascholing aan bod komen. De accreditatiecommissies beschikken over de mogelijkheid om dit te corrigeren.

 

Toelichting CanMeds-competenties

 

1. Medisch handelen

        anamnese, diagnostiek, onderzoek, behandeling, secundaire preventie (voorkomen dat de ziekte verergert), arbeidsreďntegratie, medische keuringen, palliatieve zorg, euthanasie, orgaandonatie

        standaarden, richtlijnen, protocollen

        kwaliteitsindicatoren

 

2. Communicatie

        helder overbrengen van informatie

        structureren van het consult en van gesprekken

        gesprekstraining (actief luisteren, samenvatten, non-verbale communicatie)

 

3. Samenwerking

        adequaat verwijzen, overdragen van informatie, leveren en vragen van intercollegiaal consult

        effectief omgaan met collega’s, geven en ontvangen van feedback, conflicthantering

        initiëren, implementeren en evalueren van taakdelegatie, taakherschikking, intercollegiale samenwerking, interdisciplinaire samenwerking, transmurale samenwerking

 

4. Organisatie en financiering

        managementtrainingen

        adequate praktijkorganisatie (service, logistiek, zorgondersteunende ict-systemen, EPD)

        financiering en marktwerking (ZVW, AWBZ, WMO, Mededingingswet, basispakket, tariefstructuur, onderhandelen met zorgverzekeraars, ondernemerschap)

 

5. Maatschappelijk handelen en preventie

        kindermishandeling, kinderen van verslaafden

        primaire preventie (voorkomen van de ziekte), epidemiologie en public health

        kennis van maatschappelijke hulpverleningsinstanties en patiëntenverenigingen

 

6. Kennis en wetenschap

        effectief zoeken (handboeken, PubMed, zoekmachines op internet, bibliotheken) en beoodelen van de wetenschappelijke kwaliteit (evidence) van medische informatie

        kennis van (niet-financiële; zie 4) wet- en regelgeving (Bopz, Wet Klachtrecht, Kwaliteitswet, Wbp, Wet Big, Wgbo, enz.)

        kennis van niet-reguliere behandelwijzen

 

7. Professionaliteit en kwaliteit

        bevordering en borging van kwaliteit van de beroepsuitoefening (kwaliteitsvisitatie, evaluatiegesprekken, nascholingsportfolio, veiligheidssysteem, NIAZ, HKZ, INK, ISO)

        persoonlijk ontwikkeling (loopbaan, balans tussen werk en privé, timemanagement, professionele distantie, omgaan met eigen emoties)

        beroepsethiek (gedragscode van beroepsgroep, beroepsgeheim, omgaan met normen en waarden uit andere culturen, ethische dilemma’s)